A blog by our volunteer and speaker for 2016 Loes Keijsers (blog is in dutch).

De dikke T-rex lag onder de palm, en keek tevreden rond. Wat een fijne wereld. Hij was sterker, groter, en ouder dan alle dieren. En iedereen was het altijd met hem eens. En zo niet, HARDE BRUL, dan toch. Er was geen mooiere plek dan de top van de voedselpiramide.

Hallo! zei de kip, ik ben mevrouw kip. Meneer, T-Rex, sorry dat ik u stoor in uw middagslaapje. Maar ik denk dat ik een bijzondere innovatie heb bedacht, en daar wil ik het graag eens met u over hebben. Het heet evolutie. Moehahahaha, lachte de T-rex, en hij riep zijn vrienden er bij. Moet je nou toch kijken; mevrouwtje hier, hoe noemde je dat, ook al weer, denkt dat ze is gevolleerd. Nee, zei de kip. Geëvolueerd. Ik heb wat accessoires toegevoegd aan mijn lijf om een betere overlevingskans te hebben.

Nou, zei de T-Rex, dat is dan mooi mislukt. Wat ben je klein, zie de T-Rex. Ja, hahahaha, zeiden de andere dino’s, wat ben jij een klein onderkruipsel. En wat heb je voor potsierlijke dingen aan je kont hangen. Dat zijn veren, zei de kip. Je hebt niet eens schubben. Ja, hahahaha, niet eens schubben! Brulden de andere dino’s het nu uit. En wat voor lijpe flappen heb je aan de zijkant hangen. Hahahaha, de andere dino’s grepen hun dikke buiken vast terwijl ze door het zand rolden. Ze heeft flappen op haar rug. Dat zijn mijn vleugels, zei de kip. Daarmee ga ik leren vliegen. De dino’s veegden inmiddels de tranen uit hun ooghoeken. Vliegen. Wat een grappig nieuw verzin-woordje. Vliegen. Wat een kostelijke middag, ik heb in eeuwen niet zo gelachen. U bent een fantastisch grappenmaker, mevrouwtje kip, zei T-Rex.

Fijn dat jullie kunnen lachen, zei de kip. Maar ik bedoel het eigenlijk niet als een grapje. Vliegen is echt heel bijzonder. Ik kan in de lucht hangen.

Dat kan niet. Zei de dino. Dieren kunnen niet in de lucht hangen. Wij zijn geen wolken. Nee, zeiden alle dino’s, dieren kunnen niet in de lucht hangen.

Toch, toch, zei de kip. Ik ben klein, dus ik ben heel licht. Ik heb veren, om de wind mee te vangen. En met mijn vleugels kan ik me bewegen.

Leugens! Zei de T-Rex. Nu heb je wel genoeg gejokt, mevrouw kip. Wie denk je wel niet dat je bent, klein onderkruipsel. Ik loop hier al miljoenen jaren rond. Ik heb nog nooit een dier gezien wat kan vliegen. Hier ik wapper met mijn voorpoten. Zie je het. Vlieg ik al? Nee. En dat lijkt me wel genoeg bewijs, niet, mevrouwtje?

Trouwens, zelfs als je al kon vliegen. Wat heb je daar nu aan, aan dat nieuwerwetse gedoe. Alle eten loopt hier gewoon op de grond. Er is niks, echt helemaal niks, te halen daar in de lucht. Of wil je soms de zon op gaan eten?

Kipje, ik geef je één advies, zei de T-Rex ten slotte. Als jij nou eens eerst even fatsoenlijk leert rennen en een kilootje of 2000 dikker wordt, voordat je allemaal dingen erbij gaat bedenken waar echt niemand op zit te wachten. Dan kunnen wij ook gewoon rustig verder met waar we de afgelopen miljoenen jaren mee bezig zijn geweest. De wereld overheersen. Zo, en nu oprotten met je innovatie. Evolutie, laat me niet lachen.